Vandaag overhandigde de New Town Alliantie het rapport ‘Zorgen voor New Towns’ aan minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het rapport richt zich op de specifieke problemen die zich voordoen in Almere, Capelle aan den IJssel, Helmond, Nieuwegein, Nissewaard, Purmerend en Zoetermeer. Deze steden zijn allemaal begonnen als ‘groeikern’ onder de rook van een nabijgelegen grote stad.
De New Town Alliantie met helemaal rechts burgemeester Marijke van Beukering van Nieuwegein
Gebouwen die allemaal tegelijk moeten worden vervangen en te weinig voorzieningen: jonge steden als Nieuwegein, Almere en Zoetermeer kampen met unieke problematiek. Het Rijk moet ingrijpen om verdere achtergang van de plaatsen tegen te gaan, vinden ze.
De steden lopen tegen dezelfde problemen aan, blijkt uit een vandaag verschenen rapport. Ze zijn zo’n vijftig jaar geleden uit de grond gestampt en daardoor raken complete wijken tegelijkertijd verouderd. Zo zijn schoolgebouwen allemaal in dezelfde tijd gebouwd en inmiddels aan renovatie of vervanging toe.
“Dat kost gewoon heel veel geld”, zegt Marijke van Beukering, de burgemeester van Nieuwegein. Ze bood vandaag samen met andere zogenoemde New Towns het rapport aan in Den Haag. De boodschap? Er is meer aandacht én geld nodig voor deze jonge steden. Ze vragen samen 3 miljard euro.
In zo’n vijftig pagina’s wordt een rits aan jonge-steden-problemen opgesomd: er is criminaliteit, de leefbaarheid gaat achteruit, inwoners voelen zich vaker eenzaam en mensen komen er vooral wonen, omdat het iets betaalbaarder is dan “de grote stad”. Hebben ze geld, trekken ze weer weg.
‘Geen normale steden’
Het Rijk zou de steden inmiddels zien als normale steden, maar dat zijn het niet, vinden ze zelf. Van Beukering: “We zijn heel snel gegroeid. Vijftig jaar geleden werden we door het Rijk aangewezen als groeikern. We moesten snel veel woningen bijbouwen.” Dat heeft een keerzijde. “Normaal gesproken groeit een stad langzaam. Dan kun je soms zeggen: wat we hier hebben gedaan, doen we in een volgende wijk anders. Maar als je al die wijken tegelijkertijd bouwt, kun je daar dus niet van leren.”
In het rapport worden de zogenoemde bloemkoolwijken aangehaald. Die zie je veel in Nieuwegein: wijken met rijtjeshuizen aan woonerven. Vroeger populair, nu blijken ze onoverzichtelijk en “heeft openheid plaatsgemaakt voor hoge schuttingen en verwaarloosde collectieve ruimten”, aldus het rapport.
Van criminaliteit tot eenzaamheid
Het komt de sociale cohesie allemaal niet ten goede. De burgemeester: “In het begin kwam iedereen tegelijk ergens wonen en vormden buren een mooie groep, maar er is veel verloop. Dat betekent dat je meer je best moet doen om elkaar te ontmoeten.”
Verder zijn de voorzieningen in Nieuwegein achtergebleven en niet in hetzelfde razende tempo van de huizenbouw meegegroeid. Vooral voor jongeren valt er nog altijd weinig te beleven, beaamt ze. “Als jongeren uit willen gaan, gaan ze naar een andere gemeente.”
Bovenaan het verlanglijstje van de burgemeester – na het opknappen van de scholen – staat dan ook een plek vinden voor jongeren. Al is dat niet makkelijk, meent Van Beukering. “Generaties botsen op dit punt. Mensen zijn soms bang voor overlast, maar iedereen is jong geweest.”
Net als vroeger, toen de steden nog geen steden waren, moet het Rijk weer meer oog hebben voor de Nieuwegein en de andere New Towns, luidt de aanbeveling in het rapport. “Zodat het hier ook in de toekomst fijn wonen is”, zegt Van Beukering, sinds kort zelf ook “trotse” inwoner van Nieuwegein.
Met dank aan onze samenwerkingspartner RTV Utrecht